Zomaar een verhaal: Netwerken

Had ik maar nooit naar die vrouw van het UWV geluisterd. Nu sta ik hier tussen het gekwetter van al die mensen. Het muntje in mijn hand voelt klef, mijn hoofd bonst. Voor mijn ogen danst een krullende haardos, een zoete geur van parfum dringt door in mijn neusgaten. Onwillekeurig doe ik een stap naar achteren. Terwijl de vrouw van de haardos druk staat te praten, lijkt alles aan haar lijf te bewegen. Haar lach vult de ruimte en bezorgt me koude rillingen. Ik kan nog net mijn ogen afwenden als ze uitnodigend naar me kijkt en me in het gesprek wil betrekken. Snel richt ik mijn ogen op haar schoenen. Ze draagt glimmende rode pumps onder een te strakke rok. Zou ze zich altijd zo kleden of verwacht ze dat we dadelijk al meteen gaan borrelen? Ik kijk naar mijn eigen afgetrapte sneakers. Als het iemand vandaag lukt om me te overtuigen van het nut van netwerken, dan koop ik vanmiddag nog andere schoenen. De kans is klein. 

Shit, daar valt mijn muntje. Er zit niets anders op dan te bukken en onder het kastje te graaien. Hebbes! Ik klauter overeind en voel mijn wangen gloeien. De hakken van de ´rode pump´ tikken voorbij, druppels koffie klotsen uit haar kopje. Ik blaas de stof van het muntje en stop het geconcentreerd in de automaat, een klik, een druk op de knop en, ja hoor, een mooie bruine straal stroomt zo het reservoir in. Ah nee, ik had er een bekertje onder moeten zetten! Beschaamd kijk ik om me heen. Gelukkig is iedereen al weg. Uit het leslokaal klinkt vrolijk geroezemoes. Ik kijk naar binnen, stop mijn hand in mijn broekzak en voel mijn fietssleutel. Zal ik? 

Nee, niet afhaken nu! Ik draai me om, haal diep adem en loop de zaal in. Veel mensen. Het geroezemoes gaat door. Ik laat me zakken op de eerste de beste vrije plaats en richt mijn aandacht op de docent. Gelukkig start hij meteen. Mijn handen dwalen door mijn tas op zoek naar pen en papier. Dan leun ik achterover in de stoel. Ik hoor woorden, ik hoor zinnen en beetje bij beetje vinden ze hun weg in mijn hoofd. 

Geen woord over borrels, mantelpakjes, elevator pitches of jezelf profileren. Zit ik wel in de goede cursus? Na de inleiding krijgen we de opdracht om aan elkaar te vertellen wat we het allerliefst zouden willen doen. De rode pump draait zich naar mij toe en kijkt mij vragend aan. Oh nee!

‘Ik heet Marja’ zegt ze. ’Wil jij beginnen?’ Ze overvalt me en ik slaak een diepe zucht. Aarzelend begin ik mijn verhaal. Als ik ineens mijn eigen hand voor mijn ogen zie zwaaien, realiseer ik me dat ik gaandeweg steeds enthousiaster ben gaan vertellen. Ik zit inmiddels op het puntje van mijn stoel en praat honderduit. Helaas zegt Marja dat we op de tijd moeten letten en dat mijn tijd voorbij is.

‘Je straalt helemaal’, zegt ze. ‘Je werkt aanstekelijk.’ Ik zal je dadelijk het nummer van mijn buurvrouw geven. Zij is fysiotherapeute en werkt met ouderen. Zij heeft veel contacten en wil vast met je meedenken.’ Ik wil reageren, maar er komt niets. Ik knik verbaasd. Mijn schouders ontspannen, ik zak dieper in mijn stoel. Beduusd. Losjes zak ik onderuit om naar het verhaal van mijn gesprekspartner te luisteren.

Schoenenwinkel, here I come! 

Verhaal en foto: Loes de Blok

 
Naar het overzicht